Indicatie van de fijnheid van een toeslagmateriaal, in één getal gegeven. Om met één getal iets over de fijnheid van toeslagmateriaal te kunnen zeggen, is het begrip fijnheidsmodulus geïntroduceerd. Het symbool is FM.
De fijnheidsmodulus wordt berekend door de som van de cumulatieve zeefresten van het materiaal (op een vastgelegde reeks zeven) in procenten (m/m) te delen door 100.
In formulevorm voor zand:
FM = som van de cumulatieve zeefresten in % op zeven 1; 2; 0,5; 0,25 en 0,125 mm / 100
Tabel: Fijnheidsmodulus van enkele korrelvormige materialen
Materiaal | Korrelgroep | Fijnheidsmodulus | |
---|---|---|---|
Bron: Betonlexicon | |||
Fijn zand | 0/1 | 1,0 – 1,5 | |
Grof zand | 0/4 | 2,5 – 3,5 |
Naast het voordeel van de fijnheidmodulus om met één getal iets te zeggen over de fijnheid van het materiaal, bestaat het bezwaar dat twee materialen dezelfde fijnheidmodulus kunnen bezitten bij een verschillende korrelopbouw. Daarom wordt aanbevolen bij de beoordeling van toeslagmaterialen óók het zeefdiagram te betrekken. Daarmee kunnen verschillende zanden gemakkelijk worden vergeleken.
Normen/aanbevelingen/Literatuur |
---|
Bron: Betonlexicon |
NEN-EN 12620 Toeslagmateriaal voor beton |
NEN 5905 Nederlandse aanvulling op NEN-EN 12620 |
NEN 2560 Controlezeven, draadzeven, plaatzeven en geëlektroformeerde zeven met ronde en vierkante gaten |
Betoniek 13/12 Erop of eronder |
Betoniek 12/23 Het rollenspel rond zand |