De betontechnoloog meet het luchtgehalte van betonspecie als er in het mengsel hulpstoffen worden toegepast die het luchtgehalte kunnen verhogen om de eigenschappen van het beton te verbeteren. Bijvoorbeeld voor meer samenhang, waterdichtheid of voor een verbetering van vorst- en dooizoutbestandheid.

Bepaling luchtgehalte in beton met drukmethode

Het luchtgehalte in betonspecie kan worden bepaald met de zogenoemde drukmethode (NEN-EN 12350-7). De betonspecie wordt bij de drukmethode in een vat gebracht en verdicht en indien nodig nogmaals tot de rand bijgevuld. Daarna wordt een opzetstuk op het vat gezet, en lucht en waterdicht hiermee verbonden. De ruimte die daarbij tussen het opzetstuk en de betonspecie overblijft wordt afgevuld met water. Met een pompje wordt lucht in een compartiment in het opzetstuk op een vooraf bepaalde druk gebracht. Daarna wordt de verbinding tussen dit compartiment en de betonspecie in het vat geopend. Omdat alleen de lucht in de betonspecie samendrukbaar is, is deze hoeveelheid bepalend voor de mate waarin de luchtdruk in het compartiment afneemt. Het luchtgehalte in de betonspecie is vervolgens op een gecalibreerde (mano-)meter af te lezen.

Luchtgehalte in beton en sterkteverlies

Bij het mengselontwerp moet de betontechnoloog er rekening mee te houden dat een hoger luchtgehalte een negatieve invloed op de te bereiken sterkte heeft. Elk procent lucht boven de 2% is een sterkteverlies van circa 5%. Bij bijvoorbeeld 3% lucht in het mengsel is het sterkteverlies 5%. Voor elk procent meer lucht is de rekenwaarde voor het sterkteverlies steeds 5%.

Rekenvoorbeeld uitgaande van ontwerpdruksterkte van 45 N/mm2
Optie 1 als lucht wordt toegepast in een gekozen sterkte welke sterkteafname mag dan verwacht worden? Optie 2 hoeveel hoger moet de ontwerpsterkte zijn om de gewenste druksterkte te realieren? Hieronder een voorbeeld op basis van totaal 6 % lucht.

2 % lucht is standaard = 45 N. 6% lucht – 2 % standaard = 4 % lucht die een lagere druksterkte veroorzaakt 45 N– 5% sterkteverlies = 42.75 – 5% = 40.62 -5% = 38.59 -5% = 36.67 N resterend

Of ontwerpend op 45 N
45N + 5% = 47.25 + 5% = 49.61 + 5% = 52.09 + 5% = 54.69 N ontwerpsterkte

Luchtbelvormers in beton

Met ‘lucht in beton’ kan zowel ‘ingebrachte lucht’ als ‘ingesloten lucht’ worden bedoeld. Ingebrachte lucht bestaat uit microscopisch kleine luchtbellen, gewoonlijk tussen 10 µm en 300 µm in diameter en rond of vrijwel rond van vorm, die gedurende het mengproces worden ingebracht, gewoonlijk door toevoeging van een luchtbelvormer. Een luchtbelvormer is een hulpstof en mengt zich niet vanwege de positieve magnetische lading. De afmetingen en de verdeling van de luchtbelletjes is belangrijk. De luchtbelletjes verbeteren de stabiliteit en verwerkbaarheid van de betonspecie en de vorstbestandheid en de waterdichtheid van het verharde beton. Met ingesloten lucht worden luchtinsluitingen bedoeld die niet bewust zijn ingebracht. Veelal ontstaan deze door onvolledig verdichten van beton of door ontmenging.

Neem contact op

4 + 7 =

De Linde 22, 8939 BT, Leeuwarden

06 1550 0051

info@kwaliteitsdienstbeton.nl