De zeefanalyse wordt uitgevoerd met zeven, genormaliseerd in NEN 2560 – Controlezeven. Dit zijn draadzeven en plaatzeven met ronde en vierkante gaten. De voor beton voorgeschreven zeven voor het bepalen van een zeefanalyse zijn: C63, C31,5, C16, C8, C4 (plaatzeven) en 2mm, 1mm, 500µm, 250µm en 125 µm (draadzeven). De manier waarop een zeefanalyse moet worden uitgevoerd staat in de NEN 5916. Het materiaal waarvan de zeefanalyse wordt gemaakt moet droog zijn. De zeven moeten schoon en ook droog zijn. Het zeven kan machinaal of met de hand gebeuren en voor het wegen van de zeefresten heeft de betontechnoloog nauwkeurig afgestelde weegapparatuur tot zijn beschikking. De zeefanalyse bestaat uit:

  • Het maken van een zeefdiagram (grafiek van de korrelverdeling van het toeslagmateriaal).
  • Het bepalen van een fijnheidsmodulus (getal waarmee fijnheid van toeslagmateriaal wordt aangegeven).
  • Het bepalen van de grootste korrelafmeting (Dmax) (grootste zeefmaat van de grofste groep).
  • Het bepalen van verhouding van de totale oppervlakte van alle korrels ten opzichte van de totale inhoud van het totaal aantal korrels.
  • Het analyseren van de korrelvorm (afgerond, gebroken, glad).
  • Het bepalen van de hardheid en sterkte (Los Angeles-proef en de Abrasion-test).

Neem contact op

8 + 9 =

De Linde 22, 8939 BT, Leeuwarden

06 1550 0051

info@kwaliteitsdienstbeton.nl